Begin mei gaf Teunis Jan Klein een presentatie over het gegeven ‘Hoe herken ik het potentieel in een plant? Wat speelt er allemaal mee? De tekst is geen letterlijk verslag maar een weergave van wat voor mij als essentieel over kwam.

Lezing Teunis Jan Klein voor VBV Waasland   8 mei 2022
Verslag: Marc De Beule

Het ligt in de eerste plaats aan jezelf of je het potentieel kan herkennen

Het eigen ‘bonsai gehalte’, zeg maar de mate waarin iemand een doorgewinterde bonsaika is, of net niet, bepaalt in sterke mate of die persoon het potentieel in een boom kan herkennen.

Dat speelt op een viertal domeinen.

Welke botanische kennis heb je? De ene soort is de andere niet, de aanpak en bijgevolg de mogelijkheden, bepalen mee het potentieel. Een Taxus bijvoorbeeld kan je bijzonder sterk terugsnoeien, die loopt toch uit. Bij een Pinus is dat even anders.

Vraag twee. Welke technische kennis heb je? Als je niet weet hoe je bijvoorbeeld een zware tak sterk kan buigen is dat ook geen optie bij de mogelijke vormgeving van startmateriaal.

Vraag drie. Hoe zit het met je artistieke kwaliteiten? Ben je creatief? Durf je buiten de lijntjes kleuren? Erg belangrijk voor wie met plantmateriaal aan de slag wil en meer dan ambachtelijk seriewerk wil maken.

En tenslotte. Hoe zit het met de tijd? Kan je even in de toekomst kijken? Heb je er een idee van hoe plantmateriaal kan evolueren? En dus ook, ‘Hoe geduldig ben je?’ Maturiteit, ook in bomen, komt trouwens alleen maar met de jaren.

Op deze vier pijlers bouwt een bonsaika de eigen ‘gevoeligheid’ om het potentieel in bonsai te leren herkennen.

Twee valkuilen

Een goede bonsai toont ons het beeld van een oude boom, vitaal en harmonieus uitgegroeid. Dat klopt, maar het is slechts de helft van het verhaal. Een plant, een boom is altijd deel van een ruimer geheel. Deel van een landschap, een omgeving en dat moet je een stuk kunnen beleven. Dat speelt dus mee in de zoektocht naar de bonsai mogelijkheden van een plant.

Heel veel, vooral beginnende bonsaika, hebben de nijging om een plant te bekijken met een ‘technisch’ oog. Ze zien de bedrading, spandraden en te frezen delen reeds zitten. Een slechte nebari? Geen nood, daar ent ik wel wat jonge planten op! Te weinig oog dus voor de artistieke benadering. Misschien kan een andere helling of voorzijde wel een veel betere oplossing bieden.

Grove den in de heide

De onderbegroeing, hier grassen en heidekruid, Caluna, schept het 'heidegevoel. Alle elementen samen. Dat kan ook bij een bonsai.

De anamnese

Wat gebeurde en vooraf? Het gaat eigenlijk om een evaluatie van het materiaal. Zonder beoordeling, zonder de zoektocht naar de ‘toekomstige’ bonsai.

Een bonsai is een compositie en daar spelen een heleboel elementen een rol. Even overlopen:

– Wortelvoet of nebari

– Onderste deel van de stam, tachiagari

– Stamlijn

– Helling

– Takstructuur: gesteltakken en fijne vertakking

– Profiel van de (gestel)tak

– Profiel van het loof/kruin

– Dood hout: jin, shari, uro, saba miki

– Top[1]

Het is goed om al deze punten even systematisch te onderzoeken. Daarbij merkt men al snel dat het ene element sterker zal doorwegen om het potentieel te bepalen. De contouren van een kruin zijn immers gemakkelijker aan te passen, mits tijd, dan de vorm van de nebari.

Waar begin je?

Staar je niet blind op de uiterst gestileerde bonsai zoals je die bijvoorbeeld ziet bij zwarte dennen in de moyogi stijl of Juniperus chinensis met een obligate shari en jin met daarop perfect afgelijnde loofpartijtjes. Soms bijna te perfect om waar te zijn. Er bestaan daarnaast nog een heleboel andere stijlen en mogelijkheden om een originele en natuurlijke bonsai op te bouwen. Observeer in de natuur de habitus van volwassen bomen, of, net het tegenovergestelde, bestuur de bijna abstracte benadering bij een groep artistieke bonsaimeesters.

Begin trouwens altijd met het totaalconcept dat je met een boom voor ogen hebt. Zie de boom in je verbeelding reeds op een tentoonstelling of in een tokonoma staan. Het verhaal moet dan al, in je verbeelding, kloppen.

Ga voor variatie

Het heoven niet allemaal bonsai in de moyogi te zijn. Verken en probeer de meer dan twintig andere stijlen.

De rol van de schaal

Of het nu gaat om een pot, een schaal, een platte steen of een rots, de ‘drager’ van de boom zal het beeld dat je wil neerzetten in sterke mate bepalen.

Overweeg hoe de textuur er uit zal moeten zien, ruw of glad?

Het model is al even belangrijk, het moet aansluiten bij de boom. Het is niet voor niets dat men zegt dat bomen die als vrouwelijk worden aanzien in een pot met ronde vormen moet staan.

De kleur en gelijk ook het glazuur, of het ontbreken ervan, bepaalt in gelijke mate de impact van de pot op het geheel van de presentatie.

De lijnen in de pot kunnen ook het beeld beïnvloeden, zeker als het gaat om de beweging in de bonsai.

Tenslotte, niet echt de pot zelf, zijn de structuur, bedekking en de kleur van het grondoppervlak medebepalend om de ‘sfeer’ van de bonsai te bepalen.

Hou rekening met de natuurlijke omgeving van de soort

De ene soort heeft een heel andere habitat, men spreekt wel eens over ‘biotoop’ dan de andere. Andere soorten voelen zich dan weer op vele plaatsen thuis.

De natuurlijke omgeving speelt een rol in de ‘look’ die een boomsoort heeft, ook als bonsai.

Elementen die mee het beeld bepalen zijn zon, wind, water, de aard van de bodem en sneeuw.

Een voorbeeld. Een grove den doet het goed op vele standplaatsen. Bijvoorbeeld in de wetlands in Zweden, op de zandgrond in de Hoge Veluwe of in de bergen op 1300 meter. Telkens gaat het om gezonde bomen, maar hun habitus, hun uitzicht, zal totaal anders zijn. Die mogelijke variatie moet men in het achterhoofd hebben als men het potentieel van plantenmateriaal gaat inschatten.

Een gevoel van 'omgeving' creëren

Wijdsheid vzerkrijgt men hier door drie elementen: de open ruimte op de schelp, de toevoeging van een accentplant en het mos in verschillende kleuren. Je zou je op de heide kunnen wanen.

Sfeer

De combinatie van alle bovenstaande elementen zorgt ervoor dat de boom een eigen unieke uitstraling heeft. Die ‘uitstraling’ kan men extra in de verf zetten bij de verdere opbouw als bonsai. Die uitstraling moet men respecteren. Een plant kan duidelijk een ‘struggle for life’ uitstralen. Of er eerder ‘rustiek’ uitzien of zondermeer ‘overweldigend’. Het karakter uit de boom halen heet dat.

Tips

  • Denk niet alleen in ‘neerwaarts’ hangende takken. Veel soorten, vooral loofbomen, hebben een kruinopbouw met opwaartse takken.
  • Recht is ook mooi. Het hoeft niet altijd het betere bochtenwerk te zijn. Kaarsrechte stammen kunnen ook zeer aantrekkelijk overkomen. Denk maar aan Cryptomeria en sommige literati dennen.
  • Let op voor ‘snel resultaat’. Instant bonsai bestaat niet. De tijd moet zijn werk kunnen doen, al is het maar om een kruin met fijne vertakking op te bouwen.
  • Snoei niet alleen maar om een kleine boom te hebben. Snoeien doet men om de takkenstructuur op te bouwen en om zo de vormgeving te beïnvloeden.
  • Overweeg ook alternatieve manieren van oppotten. Bijvoorbeeld om een onevenwichtige nebari bij een yamadori toch als een pluspunt, toevoeging van karakter zeg maar, te presenteren. Vul bijvoorbeeld aan met mos, een varen, een steentje, …
  • Tijd is het belangrijkste instrument voor een bonsaika. Denk in jaren en leer – durf – minstens drie jaar vooruit te kijken.
  • Bouw een beeldbank op zodat je niet naar een ‘norm’, een sjabloon, begint te werken. Leer zien en bestudeer hoe anderen werken, hoe ze originele oplossingen vinden. Tentoonstellingen, fotoboeken en tuinbezoeken zijn daarvoor zeer nuttig.
  • Blijf bij je plan en verzin niet telkens opnieuw een andere vormgeving. Anders gezegd, blijf je keuzes trouw.
  • Maak schetsen. Werk eventueel op foto’s.
  • Kies niet altijd voor het meest voor de hand liggende. De balans van een boom kan best op verschillende manieren verkregen worden.
Voorbeelden in de natuur

Bij loofbomen gaan de takken vrijwel altijd opwaarts. Maak er dus geen coniferen van en respecteer de natuurlijke habitus.

Kaarsrecht

Ten onrechte een erg weinig gebruikte stijl.

Anders oppotten

Het kan hier niet anders, inderdaad. Maar dat heeft dan weer een natuurlijke charme.

Schetsen

De beste manier om mogelijkheden uit te testen. En het hoeft niet zonetjes te zijn als hiet met de schetsen van Marc Noelanders

Acer in het bonsaimuseum in Omiya

Bestudeer alle lementen die hierboven werden besproken in deze topboom. Hoe zit het met de 'regeltjes', de technische dan? En met het esthetische aspect? Hoe hoog schat jij het bonsaigehalte in van deze boom?